Aleida Berghorst spreekt op Festival van Bestuur

Door Aleida Berghorst op 11 februari 2021

Aleida Berghorst sprak vandaag op het Festival van Bestuur. Ze was uitgenodigd om te komen praten over haar initiatief van de Burgertop Limburg. Een manier om om de kloof tussen de burgers en de politiek te verkleinen. De burgertop was een succes en wordt nu door ontwikkeld als manier om burgers echt mee te laten doen met de politiek.

Joop den Uyl

Aan de hand van dit 35 jaar oude filmpje van Joop den Uyl legt ze uit hoe de tweedeling in de maatschappij niet alleen gaan over arm of rijk:
 
“Joop Den Uyl spreekt hier over armoede. Het fragment komt uit 1986 en is dus 35 jaar oud, maar het is actueler dan ooit en gaat niet alleen over armoede. Het gaat ook over opleidingsniveau, migratie-achtergronden, leeftijd, de kansenongelijkheid in Nederland. Dat blijkt ook uit de Staat van Bestuur 2020, een analyse van bestuur en democratie.
 
Stemmen, meepraten bij inspraakavonden en participatie wordt vooral gedaan door oudere mensen zonder migratie-achtergronden met een hoge opleiding en een hoger inkomen. En dat is echt maar een deel van de samenleving. Er is dus een grote groep Nederlanders die in de schaduw staat. Ze worden niet gezien door de politiek. Ze hebben het gevoel dat politiek niet over hen gaat en ze doen niet mee.
 
De overheid moet veel beter zijn best doen om juist ook die groep te bereiken die nu niet gezien wordt. We moeten ze helpen en verleiden om uit het donker, naar het licht te stappen. Dat kunnen en moeten we doen door praten met burgers veel hoger op ons prioriteitenlijstje te zetten. Ons te realiseren dat 80% van de Nederlanders moeite heeft om vage ambtenarentaal te begrijpen. En we moeten burgerparticipatie op maat inrichten. Er is geen one size fits all oplossing.”

Reflectie op de Staat van het Bestuur: “Durf het Huis van Thorbecke aan te passen aan de wensen van deze tijd”

Op de laatste dag voor de Tweede Kamer verkiezingen in 2017 stond ik voor mijn partij campagne te voeren bij het station in Maastricht. Daar kwam ik Mina tegen. Ze nam het PvdA tijdschrift van mij aan en zei: “Als ik dit lees, snap ik het dan ook? Ik vind politiek best leuk. Jullie doen vast goede dingen. Maar ik ben er te dom voor, denk ik. Daarom ga ik maar niet stemmen. Dan kan ik het ook niet fout doen.”

Eerst dacht ik dat ze een grapje maakte. Maar Mina was bloedserieus. Een jonge meid van begin twintig. Ze zat vol met dromen voor de toekomst. Maar met haar MBO 2 opleiding een baan vinden, dat lukte haar niet. De tranen stonden in haar ogen. Ze had net weer een afwijzing gehad.

Ik heb Mina een hart onder de riem gestoken en verteld dat iedere stem belangrijk is. Ook die van haar. Dat zij niet te dom is om te stemmen, maar dat wij het gewoon beter moeten uitleggen. En dat wij het initiatief moeten nemen om ook haar het gevoel te geven, dat ze mee kan en wil doen in onze indirecte democratie.

En dat is één van onze grootste uitdagingen. Onze democratie blijft alleen gezond als zoveel mogelijk mensen, uit alle lagen van de samenleving, willen én kunnen meedoen. Eén ding is zeker. Dát gaat niet vanzelf gebeuren.

Als we als overheid maar blijven doen wat we altijd al deden, dan zullen ook we blijven krijgen wat we altijd al kregen. Onze indirecte democratie is onze stevige en solide basis, maar we moeten niet bang zijn om het Huis van Thorbecke aan te passen aan de wensen van deze tijd.

Mijn ervaring is dat de meeste mensen helemaal niet op mijn zetel in Provinciale Staten willen zitten. Ze hebben helemaal geen tijd of zin om zich te verdiepen in vuistdikke dossiers over de verplaatsing van een vleermuizenkolonie of de bouw van een windmolenpark. Maar ze willen ook niet pas om hun mening gevraagd worden, als de plannen al bijna klaar zijn. Terecht voelen deze mensen zich dan niet gehoord. Als overheid geven we ze immers het gevoel, dat hun meningen en ideeën voor ons niet belangrijk zijn.

Het gesprek met mensen over onderwerpen die grote invloed hebben op hun leven, hun werk en hun gevoel van geluk staan veel te laag op ons prioriteitenlijstje. En dat is ongelofelijk jammer. Ik denk namelijk dat we echt betere plannen krijgen als je mensen vraagt om erover mee te praten. Ook mensen als Mina.

In 2018 werd op mijn initiatief de eerste Provinciale Burgertop van Nederland georganiseerd. In totaal hebben zo’n 4.500 Limburgers aan die burgertop een bijdrage geleverd. Het enthousiasme van mensen om op deze manier aan het werk te gaan heeft ons echt verrast. Ongeveer 150 Limburgers hebben zich intensief bijgedragen aan  het uitwerken van 18 adviezen. En inmiddels is een groot deel van die adviezen opgenomen in provinciaal beleid.

Maar mooier is misschien wel, dat we heel veel hebben geleerd over hoe we mensen kunnen uitnodigen en verleiden om mee te doen in de provinciale politiek. Was het perfect? Nee, zeker niet. De deelname van mensen als Mina, jongeren en mensen met een migratieachtergrond kan beter. Blijvende aandacht voor communicatie met deelnemers, het managen van verwachtingen bij deelnemers en de samenwerking is nodig. Lessen die we bij de Limburgse Burgertop 2021-2022 in de praktijk gaan brengen. Zodat we het instrument Burgertop kunnen door ontwikkelen tot een volwaardige nieuwe vorm van burgerparticipatie in onze prachtige democratie.

Aleida Berghorst

Aleida Berghorst

Woonplaats: Sittard Lid sinds: 2003 Waarom PvdA? Mijn interesse in de PvdA is gewekt toen ik 18 was, toen ik nog (net) op de middelbare school zat. Bert Koenders zat net in de Tweede Kamer en kwam bij ons op school een gastles verzorgen. Ik vond het razend interessant en toen ik ging studeren in Nijmegen besloot

Meer over Aleida Berghorst