VIII. Verkeer en Openbaar Vervoer

Vóór sluiten Maastricht Aachen Airport – intussen schade maximaal beperken

In 2014 werd provincie Limburg eigenaar en exploitant van Maastricht Aachen Airport. De PvdA steunde dat besluit. We zouden een beperkte investering doen en zo snel mogelijk een exploitant zoeken. Binnen 10 jaar zou het vliegveld zichzelf moeten kunnen bedruipen. Het liep helaas anders dan verwacht.

De exploitant kwam in 2016 en vertrok drie jaar later. Uit onderzoek blijkt dat het vliegveld van beperkte toegevoegde waarde voor de Limburgse economie is en dat het waarschijnlijk nooit winst zal maken. De toekomst van Maastricht Aachen Airport vraagt wél om enorme financiële steun van de provinciale overheid die daar eigenlijk het geld helemaal niet meer voor heeft.

En dat terwijl het vliegveld in toenemende mate en in de wijde omtrek voor overlast zorgt. Regelmatig vliegen dakpannen van de daken in dorpen rondom het vliegveld. Er is sprake van ernstige geluidsoverlast en stankoverlast. Bovendien heeft het vliegveld geen natuurvergunning en de steeds strengere stikstofregels maken het onzeker of die natuurvergunning er wel komt.

Als het aan de PvdA ligt, dan sluiten we Maastricht Aachen Airport. Maar een meerderheid in Provinciale Staten heeft anders besloten. Zolang het vliegveld open is zal de PvdA zich daarom inspannen om de financiële en milieuschade voor de provincie en de overlast voor omwonenden zoveel mogelijk beperkt te houden.

Dat betekent een royaal omgevingsfonds, geen nachtvluchten, geen lawaaiige oude vliegtuigen, niet vliegen zonder de benodigde vergunningen, strenge controle op naleving van de regels en zo snel en veel mogelijk verduurzamen. Van andere aandeelhouders, de rijksoverheid en vooral de bedrijven die profijt van het vliegveld hebben verwachten wij een royale en serieuze bijdrage aan het omgevingsfonds.

Knelpunten wegennet en vrachtwagen-parkeren oplossen

De provincie kijkt kritisch naar de actuele knelpunten in het wegennet, naar gevaarlijke ongevallen-hotspots en aan de andere kant naar de beschikbare financiële middelen. Met het Rijk worden afspraken gemaakt over het oplossen van de knelpunten op de A2 en de A67/A73. Samen met gemeenten, de rijksoverheid én de bedrijven die het probleem veroorzaken, zorgt de provincie voor voldoende paarkeerplaatsen voor vrachtwagens. Zo komen er fatsoenlijke voorzieningen voor internationale chauffeurs en halen we vrachtwagens uit woonwijken. De provincie gaat afspraken maken met bedrijven die de problemen mede veroorzaken.

Voldoende voorzieningen – zoals een adequaat netwerk van laadpalen – moeten er ook zijn om de e-mobiliteit te bevorderen. Ook het faciliteren van deel-auto’s en deelfietsen hoort bij moderne mobiliteit.

Fietsen bevorderen

Limburg is een wielerprovincie maar als fietsprovincie valt er nog veel te winnen. Het stimuleren van fietsen is goed voor de gezondheid, goed voor de beurs, goed voor de bereikbaarheid en goed voor het milieu. Want dat leidt tot minder gemotoriseerd verkeer en minder luchtvervuiling. De belangen van fietsende schoolgaande jeugd, de woon-werk fietser en de recreatieve fietser moeten daarom een stevige plek krijgen in het provinciale mobiliteitsbeleid, waarbij schoolgaande fietsers als de meest kwetsbaren in het drukke en vaak gehaaste ochtendverkeer bijzondere bescherming verdienen. Bekeken moet ook worden hoe de risico’s, samenhangend met de toegenomen snelheidsverschillen tussen diverse typen fietsers, het best beperkt kunnen worden.

In het verlengde hiervan moet het heel gemakkelijk zijn om de fiets mee te nemen in het openbaar vervoer. Dat geldt voor alle vormen van openbaar vervoer. Met name bij vervoerder Arriva kan de provincie daar sturend optreden. De provincie blijft ook programma’s als Maastricht Bereikbaar en Roermond Bereikbaar steunen, omdat juist in die programma’s fietsen in combinatie met openbaar vervoer de voorkeur krijgt boven automobiliteit.

Daarnaast is het effectief en doeltreffend om daar waar de wegeninfrastructuur in Limburg wordt aangepakt meteen ook de belangen van de fietsers te dienen. Zo kan het mes aan twee kanten snijden.

In de komende tien jaar wordt in Nederland een groei van het fietsgebruik voorzien van 20%. Limburg draagt nu nog de rode lantaarn. Met gericht stimuleringsbeleid willen we weer gaan aanhaken bij het peloton.

Investeren in OV en meer passagiers vervoeren

Het belang van robuust én fijnmazig openbaar – snel en efficiënt – vervoer is evident. Voor forenzen, voor schoolgaande jeugd en studenten, voor alle mensen die geen gebruik van een auto kunnen of willen maken. Openbaar vervoer is een levensader voor grote én kleine kernen. Een robuust en fijnmazig openbaar vervoer is een cruciale nutsvoorziening, die zo veel als mogelijk gebruikt moet kunnen worden.

De PvdA wil experimenteren met het (fors) goedkoper maken van openbaar vervoer voor specifieke doelgroepen, zodat er veel meer passagiers komen. Indien het werken met doelgroepen een succes is, kan dat worden uitgebreid. Als er voor dat beleid nog aanvullende middelen nodig zouden zijn, kan een koppeling gelegd worden met de opcenten, de belasting die wordt opgebracht door automobilisten. Die opcenten zouden dan kunnen stijgen richting het landelijk gemiddelde, waar Limburg nu nog onder zit. Ook kan gedacht worden aan herverdeling van inkomsten tussen meer en minder rendabele routes.

De PvdA vindt dat het OV voor iedereen altijd en overal zo gemakkelijk mogelijk te gebruiken moet zijn. Als Arriva haltes in kleine kernen verplaatst naar de doorgaande provinciale wegen, werkt dat juist averechts. De kosten die je daarmee spaart leiden tot verschraling en tot minder reizigers. Dan gaat het OV steeds verder achteruit, in kwaliteit en dus ook in gebruik. Om dezelfde reden moet inzet van vrijwilligers beperkt blijven: uitgangspunt is juist een volwaardig OV, ook in de kleine kernen.

Goed openbaar vervoer houdt ook het onderhouden van een nachtnet in, waarbij de grotere steden worden verbonden met de omringende gemeenten. Zo wordt het rijke culturele leven voor iedereen bereikbaar. Ook kan die continue goede bereikbaarheid vanuit de regio ertoe bijdragen dat de druk op het in grote steden willen wonen wordt verlicht.

Van groot belang voor Limburg is ook dat we opgenomen worden in de grote internationale treinverbindingen die bijvoorbeeld vertrekken vanuit Amsterdam, of de Duitse en Belgische steden waar de hogesnelheidstreinen halteren. In de geografisch kleinere kring van Euregionale verbindingen moeten betere snelbusverbindingen uitkomst bieden.

De zeer drukke Maaslijn, de verbinding tussen Roermond, Venlo en Nijmegen, moet geëlektrificeerd en dubbelspoor worden. De provincie neemt daarin haar verantwoordelijkheid en de PvdA vindt dat de rijksoverheid dat ook moet doen!

Wie veel passagiers wil trekken, ziet meteen waarom al deze zaken opgepakt moeten worden. Daarbij blijft het een publieke verantwoordelijkheid erop toe te zien dat ook kleine kernen bereikbaar blijven voor alle doelgroepen, inclusief motorisch beperkte personen en mensen die niet autorijden.

Onze keuzes: