Verhalen uit de crisis: Mark Rietra, Kapper

4 juni 2020

De maatschappij wordt langzaam weer opgestart. Hoe gaat het nu met de mensen die tijdens de intelligente lock-down niet konden of mochten werken?

Vandaag spreken we met Mark Rietra uit Venlo. Hij heeft zijn eigen kapperszaak en is acht weken dicht geweest. Met hem praten we onder andere over hoe hij de afgelopen weken heeft beleefd, wat de sluiting voor hem heeft betekent en hoe hij de toekomst voor zich ziet.

Hoe gaat het met je?

“Nu weer goed. Alles gezond gelukkig en ook niks bij familie en andere naasten, dat gaat gelukkig goed.”

Hoe waren de afgelopen weken voor jou?

“We hebben in de afgelopen drie en een halve week constant gewerkt. Dat was mooi en bijzonder. Ook kregen we veel bijzondere reacties van klanten, mensen die vlaai meebrachten, dubbel betalen of fooi gaven. Dat was wel heel erg tof. Nu zitten we in de eerste week waarin we weer met de normale bezetting gaan draaien en normale openingstijden hanteren en je merkt nu dat de piek er een beetje af gaat.”

“Nu begin je je weer een beetje druk te maken hoe het nu verder gaat. We hebben nu net een enorme piek gehad, ons helemaal suf gewerkt. En die piek maakt wel wat goed, maar je mist eigenlijk twee cycli van mensen die normaal naar de kapper gaan. En de klanten die de afgelopen twee weken zijn geweest komen echt niet de komende twee weken weer zich laten knippen. Dat mis je gewoon.”

“Dit is een spannende tijd. We hebben nu ook een plan om vanaf 15 juni tot 15 juli, vier weken ‘hart-onder-de-riem’ acties te doen. Zo proberen we dan de lege uurtjes op te vullen. Dan hebben we eigenlijk een ‘win-win’ situatie.”

“Mensen hebben ook veel voor ons gedaan. En dan is het tof om te zien dat je als kapper toch gewaardeerd wordt. Dus die 8 weken sluiting heeft ook wel mooie kanten gebracht. Het geeft je een andere mindset. Zakelijk is het verschrikkelijk, maar qua samenhorigheid en bij de mensen onder elkaar heeft het echt wel veel gebracht. Het gejaagde leven wat je voor de corona had, ik bedoel als je wilde afspreken met vrienden, dan was je al een paar weken verder voordat je elkaar kon zien, dat was bizar. Dus het was wel fijn dat die druk er niet was. Zakelijk was het echter klote.”

 

“Niet de ‘ikke ikke’- mentaliteit maar we doen het samen. Ik hoop dat dat blijft.”

 

 Heb je tijdens de sluiting wakker gelegen over de situatie?

“Ik ging dan soms om 21 uur naar bed, dan was ik gewoon geestelijk kapot. Dan werd ik om drie uur wakker met een drukkend gevoel op de borst. Dan ging ik maar dingen bedenken voor een update richting klanten. Achteraf kreeg je wel terug dat dat gewaardeerd werd door klanten, maar dat lag ik dan ’s nachts te bedenken.”

“De weken sluiting waren verschrikkelijk. We hebben bijvoorbeeld bij de ingang een nieuwe muurschildering laten maken, en dan ga je de zaak poetsen en nog een keer poetsen en nog een keer poetsen en op een gegeven moment valt er niks meer te poetsen. We hebben ook met het hele team de zaak opnieuw geschilderd, steeds in de morgen. Dan hadden we in de middag ‘vrij’. Je hebt dan wel relaxed lopen schilderen, maar op een gegeven moment wil je weer aan de slag. Dan stapelen de rekeningen zich toch op. Huisvestingskosten en personeelskosten blijven toch gewoon doorlopen. Dan kunnen we blij zijn dat we in een land wonen waar er allemaal regelingen zijn. Het is dan wel niet 100 procent, maar alle kleine beetjes helpen.”

“Wat ook hielp was de hulp van andere ondernemers. Een sushi zaak om de hoek draaide heel goed. Die heeft bij ons heel veel verwenpakketjes afgenomen. Zijn beste klanten kregen dan een pakketje van ons. Het is dan wel echt super als de ene ondernemer die top draait de andere ondernemer steunt.”

Wat betekent het voor je om weer open te zijn?

“Het voelt als koeien die na een lange winter weer de wei in mogen, ik kan het gevoel niet anders omschrijven.”

 

Een kapster behandeld een klant in een kapperszaak.

 

Hoe kijk je tegen de maatregelen in je zaak aan?

“Er hangt een notificatie aan de deur. Mensen moeten bij binnenkomst de handen desinfecteren, ik moet vragen of ze niet ziek zijn. Daar groei je wel in. We hebben ruimte genoeg om afstand tussen elkaar als medewerkers te bewaren. Het enige wat nog toegevoegd wordt is dat er plexiglas tussen de wastafels komt, maar plexiglas is op dit moment het nieuwe goud, dus dat moet nog geleverd worden.”

“Het enige vervelende is dat het desinfectiemiddel waar je alles mee schoonmaakt mijn stoelen beschadigd. Het materiaal van de stoel wordt dan zo droog als karton en dan gaat het barsten. Dat komt er extra bij qua kosten en dat is wel wat. Je bedenkt niet dat je je stoelen kapot gaat poetsen. Afstand houden met de klanten hoeft niet want we zijn een contactberoep. Als je als kapper een kleinere ruimte hebt dan heb je wel een probleem. Want de klanten moeten wel anderhalve meter uit elkaar zitten. We hebben ook mondkapjes als klanten zich daar prettiger bij voelen. Dat is totaal geen probleem. En we doen geen passanten meer knippen. Iedereen moet zich echt van te voren aanmelden. Maar de maatregelen voor mij zijn te doen.”

“Ik ben wel bang dat als alle maatregelen weer versoepeld worden, dat het dan weer wordt zoals eerst. Als je nu naar de lucht kijkt zie je lang niet zoveel vliegtuigen vliegen als eerst. Ik bedoel dat we voor 75 euro heel Europa kunnen doorvliegen en voor bijna hetzelfde geld van hier met de trein naar Amsterdam komen. Ik denk en ik hoop dat dat anders wordt. Het kon allemaal niet op.”

Hoe zie je de toekomst voor je zaak?

“Als we dit boekjaar op 31 december afronden en we zijn er nog zonder al te veel problemen dan ben ik blij. Ik vindt het wel heel spannend. Je weet niet wat er nog gaat komen. Een tweede golf ga ik bijvoorbeeld niet overleven. Het ziet er nu wel weer positief uit met de versoepelingen. Iedereen is heel blij. Als ik nu een rondje door de stad loop dan doet dat goed. Ook daar zijn veel ondernemers die het water aan de lippen hebben staan. Die zijn bijna drie maanden dicht geweest. Welke onderneming kan dat volhouden? Dat zijn er maar weinig.”

“Ik zie de toekomst ook wel positief, maar ik ben er nog niet. Ik kan niet in drie en een halve week acht weken goed maken. Ik kan wel prima op deze manier met de maatregelen die er nu zijn door. Dan red ik het wel. Nu is het wel spannend omdat je de piek hebt gehad en er dan nu de rust is. Normaliter heb je binnenkort de vakantieperiode waarbij mensen voor dat ze op vakantie gaan ook nog even langs de kapper komen. Nu is het de vraag of mensen wel op vakantie gaan en of ze hun haren nu ook laten doen. Dat soort dingen houden me nog wel bezig. Maar we kunnen door en we gaan vooruit kijken en niet meer achterom en dan gaan we het gewoon redden.”

Is er nog iets wat je de lezer mee wilt geven?

“Als ik kijk hoe de wethouder Erwin Boom in Venlo betrokken is, denk ik dat menig politicus daar een voorbeeld aan kan nemen. Hoe hij daar mee om is gegaan. Dat is heel erg bijzonder. Als je kijkt naar de samenhorigheid. Dat gevoel en ook het uitspreken van dat gevoel. Niet de ‘ikke ikke’- mentaliteit maar we doen het samen. Ik hoop dat dat blijft. Wat ik wil meegeven is dat mensen niet moeten doemdenken. Vooral positief blijven denken. En dat is niet makkelijk en dat is ook niet altijd reëel. Ook makkelijk voor mij om dat nu te zeggen want ik ben weer aan de slag. Maar het is wel belangrijk. En wat je geeft, krijg je terug. Dat klinkt ook als een cliché, maar het is wel echt zo. Zo heb ik het in ieder geval ervaren.”