21 maart 2017

Blog Jasper Kuntzelaers: Idealen en de focus op jeugd

Het gaat niet om partijen, zetels of poppetjes.

Het gaat om idealen en hoe je ze kunt realiseren.

De lange traditie van de PvdA om idealen voorop te zetten werd gebroken in de jaren 90. De partij van de AOW, betere arbeidsomstandigheden en gelijke rechten voor vrouwen legde haar ideologische veren af. Gelukkig werden er nog mooie doelen behaald, zoals het homohuwelijk en de euthanasiewet. Maar daarna werd het steeds stiller. Steeds vaker werd pragmatisme verkozen boven idealen. Nu, na vier jaar lang compromissen sluiten met de VVD, lijkt het dieptepunt bereikt en heeft de kiezer de PvdA afgestraft voor deze houding. De idealen zijn te verwaterd en de compromissen zijn niet meer dan een lapje voor het bloeden.

Niemand binnen de Partij van de Arbeid kan er omheen. Er moet iets veranderen. De verkiezingsuitslag dwingt om dieper te kijken dan de oppervlakte. Te kijken naar de idealen, naar de toekomst. En de jeugd lijkt daarvoor een uitstekende graadmeter.
Duurzaamheid is de drager voor de victorie van GroenLinks. Het ideaal van een duurzame samenleving motiveerde veel jongeren om zich in te zetten voor deze partij. Dat, gecombineerd met het charme van Jesse Klaver, zorgde voor een historische verkiezingsoverwinning. GroenLinks had het hoogste percentage jeugdige stemmers van alle partijen. Waarom? Zij hielden zich bezig met de toekomst. Zij schetsten de toekomst. Zij schetsen een ideaal. Een ideaal dat de PvdA volledig zou moeten omarmen.

Maar voor de PvdA zijn er ook andere idealen die gerealiseerd moeten worden. Neem bijvoorbeeld de arbeidsmarkt; traditioneel de basis voor de PvdA. Door flexibele contracten, goedkope buitenlandse arbeidskrachten en automatisering staat de onderkant van de arbeidsmarkt onder druk. Werknemers zuchten onder de toenemende werkdruk. Het moet allemaal sneller, efficiënter en slimmer. De partij probeert doormiddel van losse maatregelen (vaderschapsverlof, minder belasting op arbeid etc.) de pijn te verzachten. Dat is een lovenswaardige, maar een weinig inspirerende houding. Waar willen we met de samenleving naartoe?

Ontwikkelingen als globalisering, digitalisering en robotisering vragen om een antwoord. Wat gaan we doen als de zelfrijdende auto, binnen nu en 10 jaar, zijn intrede doet op onze wegen? Wat doen we als alle taxichauffeurs, vrachtwagenchauffeurs en koeriers in rap tempo worden weggeconcurreerd door machines? Het effect is groter dan de sluiting van de mijnen. Het gaat om meer dan 100.000 arbeidsplaatsen. De samenleving moet zich voorbereiden op een grote verandering. Basisinkomen, kortere werkweken (zoals in Zweden), betere arbeidsomstandigheden en een focus op de werk-privebalans, dat is de toekomst waar we naartoe moeten. Een land waar het welzijn en geluk van mensen centraal staat.
Dat brengt ons bij de laatste grote uitdaging van dit moment. Samenleven. De diplomatieke rel tussen Nederland en Turkije maakte pijnlijk duidelijk dat er in Nederland iets fundamenteels is misgegaan op het gebied van integratie. De verkiezingsuitslag (PVV en DENK) maakt zeer duidelijk dat veel Nederlanders zich niet verbonden voelen met elkaar. Er moet een gevoel van samen zijn, gezamenlijke trots, iets dat ons verbindt. Als dat wegvalt, dan is het cement uit de samenleving verdwenen en lopen we het risico op volledige ontwrichting. We moeten bouwen aan gezamenlijke trots, aan eenheid, aan verbondenheid. We moeten bouwen aan één Nederland.

Een duurzame samenleving, de mens centraal en één Nederland. Een ideale toekomst. Een toekomst om voor te knokken. Voor die strijd hebben we een levendige organisatie nodig. Liefst met zoveel mogelijk jeugd.