Door op 7 november 2013

PvdA wil VIA2020 voor culturele en economische samenwerking in Euregio

De PvdA in het Limburgs Parlement wil dat de provincie en de Limburgse gemeenten, samen met Duitse en Belgische overheden, doorgaan met de grensoverschrijdend culturele samenwerking.   De sociaaldemocraten willen dat de provincie 15 miljoen reserveert voor VIA2020, zoals het nieuwe project moet gaan heten. Dat geld werd eerder gereserveerd voor MCH2018. Voorwaarde is wel dat gemeenten in de regio, ook die in Duitsland en België, de ambities onderschrijven en er ook aan meebetalen. Dat moet leiden tot een concreet plan dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het Limburgs Parlement. Aanstaande vrijdag zal de PvdA, bij de begrotingsbehandeling in Provinciale Staten, een amendement indienen om dit te bereiken.Het voorstel wordt gesteund door de  coalitiepartijen en samen met hen ingediend.

PvdA-fractievoorzitter Weike Medendorp “ De intentie is altijd geweest: inzetten op cultuur om zo de economie te versterken. Er liggen zoveel kansen om met cultuur de regio nog aantrekkelijker  te maken, zeker als dit ook nog eens in euregionaal verband wordt opgepakt. Dit dient de werkgelegenheid, cultuur, toerisme, recreatie en de vrijetijdseconomie. Deze waardevolle kans moeten we benutten.”

Een aanzienlijk deel van de gereserveerde gelden waren bedoeld om te investeren in de culturele infrastructuur van Maastricht en de Euregio Maas-Rijn. Deze waardevolle cultuur-en structuurversterking van de Regio Maastricht/Zuid-Limburg mag niet verloren gaan, waaronder met name projecten in het Belvédère-gebied. Voortzetting en intensivering van de culturele en economische samenwerking in de Euregio (creatieve industrie – waaronder film, infrastructuur, cultuur-toerisme, jeugdwerkgelegenheid) kan een belangrijk onderdeel van deze structuurversterking zijn. Bovendien kunnen grote culturele euregionale projecten, zoals het Jaar van de Mijnen, 25 jaar Verdrag van Maastricht, Biënnale Design ook die verbindingen leggen. Als investeringskader kunnende volgende structurele criteria gelden: bevordering (indirecte, jeugd en 50 plus-) werkgelegenheid. Dat leidt tot een positief effect op de creatieve industrie, bijdragen aan het cultureel ondernemerschap, positief effect op toerisme en recreatie, positief effect op andere aspecten van de vrijetijdseconomie.